De feestdagen komen eraan. De stad hangt weer vol met lichtjes en in de etalages staan de mooiste geschenken. Dat betekent ook dat we weer op zoek mogen naar cadeautjes voor familie en vrienden. Dat is leuk voor de ontvangers, maar wist je dat je van het geven zélf ook gelukkiger wordt? Dit heeft alles te maken met the science of kindness.
De psychologie van cadeaus geven
Als je iets aardigs voor een ander doet, doe je ook iets goeds voor jezelf. Dat hebben wetenschappers ontdekt door onderzoek te doen naar the science of kindness – de geestelijke en lichamelijke voordelen van aardig zijn. Door iets voor een ander te doen, maakt je lichaam allerlei stofjes aan, zoals het knuffelhormoon oxytocine en het gelukshormoon serotonine. Tegelijkertijd geven de plezier- en beloningscentra in je hersenen een signaal af waardoor je letterlijk een blij gevoel krijgt.
In de psychologie noemen ze dit fenomeen de helper’s high, en dit heeft allemaal positieve effecten op je gezondheid. Door de stofjes oxytocine en serotonine verlaagt je bloeddruk, verminderen stresslevels in je lichaam, krijg je meer zelfvertrouwen én neemt de kans op depressies af. Ook zijn mensen die aardig zijn voor anderen energieker én staan ze over het algemeen positiever in het leven. Klein gebaar, groot effect
Je krijgt deze fijne voordelen al zodra je voor een cadeau gaat shoppen. Je zoekt een cadeautje namelijk uit op basis van de interesses of wensen van de andere persoon, en dat is de kern van aardigheid. Zelfs met het geven van een kleine attentie toon je dankbaarheid en waardering, of laat je gewoonweg zien dat je van iemand houdt. Die positieve effecten zien wetenschappers bovendien niet alleen bij het uitzoeken van cadeaus, maar ook in de andere voorbereidingen zoals mooi inpakken of een bijbehorend kaartje schrijven. Een cadeau geven is dus eigenlijk net zo fijn als een cadeau krijgen.